Meteen naar de inhoud

Verslag Vogelsberg 2016

  • door

015 [640x480]020 [640x480]033 [640x480]055 [640x480]073 [640x480]

Op 23 juni vertrokken wij met 12 man van de Lekke Tube, richting Mücke-Flensungen, voor een vierdaagse fietstocht rond Vogelsberg.
 

Vogelsberg is een “ Vulkangebiet, untergliedert in einzelne Bergrucken, zwischen denen zahllose Bäche und kleine Flüsse ins Tal streben “.
Toeren op een vulkaan, door idyllische dorpjes langs uitgestrekte beekvalleien.
De Vogelsberg ; deze onbekende middelgebergtekegel, ontstaan door de vulkaan in de stedendriehoek Giessen-Fulda-Frankfurt biedt fietsers een veelzijdig aanbod.
 

Het was warm, de 23e juni, heet zelfs , de zon scheen zoals ze dit jaar nog niet had geschenen.
Om 8 uur ’s-morgens stapten we in de auto en gingen we op weg. ( Arnold, René K, Huub van L., Chris S., Chris R., Gé S., Lei H., Marc M., Jos van D., Jack T., Jan P. en Jan V. )
Rond het middaguur arriveerden wij bij hotel Gärtner, waar we door de familie Gärtner ( Bernd und Christine ) hartelijk werden onthaald.
Na de tassen op onze kamers te hebben gezet maakten wij ons klaar voor de eerste rit : een tocht van 83 km. met 875 hoogtemeters. Letterlijk en figuurlijk een opwarmertje : Nou dat hebben we geweten : het was 28 graden en het parcours begon al meteen te glooien. 12 Mamils ( Middle Aged Men in Lycra ) op een lint over mooie wegen met gelijkmatige klimmetjes richting Laubach. Een stuk verderop, in Schotten, wachtte ons de eerste serieuze beklimming. Normaal goed te doen, maar nu, door de hitte, toch al behoorlijk zwaar. Er waren er , die ondanks een pielverzetje, als een pannenkoek naar boven reden. Toen de mannen met de grote motor ff gas gaven, zochten de meesten van ons al snel de bus op.
Vanaf Schotten ging het in een gezapig gangetje naar Nidda en vervolgens richting Hungen. Onderweg spotten we de Buizerd, de Ooievaar, de Rode Wouw, de Gierzwaluw en nog een aantal exoten ( Met name Leike is goed in het herkennen van onze gevederde vrienden. )
In Hungen hadden we pauze, waar we ons in een café / lunchroom, de koffie en de cola goed lieten smaken.
Na onze dorst gelest te hebben ging het verder richting Lich, een klein dorp met een reusachtig gebouw in het centrum : bleek dus de brouwerij te zijn van het gelijknamige bier : LICHER ; een fris, licht zuur en enigszins waterig biertje, dat echter erg goed smaakt als je dorst hebt.
Na Lich werd het zwaar, niet zozeer door de colletjes, maar meer door de hitte en de afstand. Langzaam begonnen een aantal kerels een jasje uit te doen : fietsen werd stoempen en na Reiskirchen zelfs “braggele “. Steeds vaker moest er gestopt en gewacht worden op degenen die in de mongolenwaaier terecht waren gekomen.
Uiteindelijk wist tenslotte toch iedereen heelhuids het hotel te bereiken, waar Bernd al klaar stond met een paar dienbladen vol grote potten Licher.
Na een verkwikkende douche wachtte ons het diner : Schnitzels zo groot als deurmatten en/of pasta met een complete kip. Uiteraard opgeleukt met frites en mayo ( geserveerd in een slakom !!!! ).
Daarnaast nog een paar biertjes : wat wil een man nog meer ???
 

Na een goede nachtrust zaten we ’s-morgens met z’n allen al om 08.00 u. aan het ontbijt.
Het was weer warm en vandaag stond de koninginnenrit op het programma : een tocht van 120 km. met zo’n 2000 hoogtemeters, met als hoogtepunt de Hoherodskopf ( 763 m über n.n. )
Om 09.00 stapten we op de fiets en reden we over de ( drukke) rijksweg 49, richting Romrod en Alsfeld. Ook hier ging het al meteen op en af, en al snel werd ook de hitte weer een geduchte tegenstander. En weer bungelden een aantal mannen nog vóór het 20 km punt aan het elastiek.
Bij Romrod verlieten we de drukke N49 en reden we binnendoor richting Lauterbach.

Al Snel ( na ca.25 km. ) besloten 2 mannen niet verder te rijden. Om zich niet over de kling te jagen ( en zich te sparen voor de laatste dag, ) besloten zij om te keren en terug te rijden naar het hotel.
Vervolgens “ ging es weiter “ via een mooie beklimming en dito afdaling naar Lauterbach. Bij die beklimming had Chris S. de pedalen kennelijk zo hard gegeseld, dat er één bezweken was. Oei, zo kon hij niet verder als er niets aan gedaan werd. Omdat we het zelf niet konden oplossen besloten we in Lauterbach op zoek te gaan naar een fietsenmaker. Na enig zoekwerk vonden we de fietsenmaker en gelukkig bleek de man direct bereid de trapper te repareren. Toevallig was er aan de overkant en lonkend terras, waar wij intussen onze dorst konden lessen met koude cola en/of warme koffie.
Na een half uurtje gingen we verder via het voormalige tracé van een spoorlijn richting Herbstein.
Even voorbij Herbstein begon de klim van zo’n 7 km naar de Herodskopf. De altitude junkies poeften er meteen vandoor gevolgd door Jan P, die met de grinta van een Flandrien, schokschouderend en slingerend over de weg, de ranke klimmers probeerde bij te houden. Zelf probeerde ik Marc bij te houden, maar na ruim één kilometer moest ik hem toch laten gaan.
Ik probeerde er nog een snok aan te geven, maar al gauw zag ik dat ik bezig was met een chasse patat. Hoewel de col niet al te steil was, had ik af en toe het gevoel geparkeerd te staan . Maar ook de mannen achter mij hadden kennelijk last van een “lekke ketting”, want er haalde mij ook niemand in. Een kwartier na de eerste kwam ook onze laatste man boven, waarna we op de foto gingen met een ( hier nog maar net ) uitgestorven dinosaurus.
Even verderop, bij de Taufsteinhütte, besloten we te gaan lunchen. Heerlijk op het terras, in het zonnetje, langs een Langlauf Loipe, waar de laatste sneeuw vorige week was gesmolten.
Na een half uurtje begon de lucht te betrekken en de wolken werden wel heel erg donker. Het zag er zelfs onheilspellend uit.
Na ampel beraad besloten wij de etappe met zo’n 25 km in te korten, omdat we anders de kans liepen in een geweldig onweer terecht te komen.
Linea recta naar Mücke was het devies ( ruim 20 km ) en het ging lekker naar beneden.
De mannen op kop voerden het tempo op tot zo’n 50 km/h, waarbij alleen in de dorpjes waar wij doorheen flitsten, het gas er even af ging. In no time waren we bij het hotel . Jammer genoeg was de deur gesloten ( tot 5 uur ) , waardoor we zowel niet konden douchen als geen (welverdiend) biertje konden drinken.
’s-Avonds werd het diner weer opgediend op het terras in de tuin van het hotel : een overheerlijke goulaschschotel met salades en ( uiteraard) bier. Smullen!!!!!!!!!!!
 

Na een verkwikkende nachtrust wachtte ons een teleurstelling : het was fris en het regende dat het “zeikte” . Scheisse !!!!! Wat nu ????
Buienradar en andere weer-Apps gaven voorlopig alleen maar regen.
Na een uitgebreid ontbijt kwam Bernd met het idee om dan maar een potje te gaan kegelen ( er lagen 2 volledig automatische kegelbanen in het souterrain van het hotel. )
Om 11 uur, na een paar rondjes ballen gooien, klaarde het plotseling op en hield het op met regenen.
Volgens buienradar bleef het voorlopig droog. Vier mannen vertrouwden het niet, maar met acht man besloten we toch te gaan fietsen.
Op het programma stond een tocht van 112 km met 1385 hoogtemeters. Omdat we pas om 11 uur vertrokken, was het nog maar de vraag of we het volle rondje konden rijden.
We reden langs de BAB 5 richting Reiskirchen en Wettenburg. Langs de autoweg liep een parallelweg, waar het constant behoorlijk op en af ging. ( vergelijking met La Redoute kwam bij mij op. ) Na een half uurtje fietsen kwam het zonnetje er door en was de weg in een mum van tijd droog.
Goed dat we toch waren opgestapt, want het werd hoe langer hoe beter fietsweer.
Na Wettenburg begon iedereen zin te krijgen in koffie en andere lekker dingen.
Maar geen uitspanning te zien hier . En ( jawel hoor ), ook nog een lekke band ( Arnold ) .
Na reparatie ging het verder naar Marburg. Even voor Marburg , in Coppel, kwamen we ( eindelijk ) langs een geschikt restaurant ( ook nog mooi gelegen aan een meer, met een zonnig terras ) waar we ons de koffie, de cola en de Apfelstrudel ( mit Sahne ) goed lieten smaken.
Vanwege de tijd besloten we niet het volledig rondje te rijden maar vanaf Marburg terug te fietsen naar Mücke.
We zaten nauwelijks op de fiets of we kregen een flinke pukkel voor de kiezen, een echte kuitenbijter, waarbij de dijen gaan branden en de knieën bijna ontploffen.
Tot overmaat van ramp was ik ook nog als laatste boven. ( wel effe balen !!! )
Daarna viel het wel mee met de colletjes.
Zo’n 20 km vóór Mücke werden wij alsnog overvallen door een flinke plensbui. ( gelukkig konden we tijdig schuilen bij een grote schuur ) . Na een stief kwartierje ging het weer verder en bereikten we droog ( alleen natte voeten ) ons hotel.
Hier bleek dat onze 4 twijfelaars om 12 uur alsnog waren opgestapt voor een alternatief rondje.
Als diner werd ons een overheerlijke rollade met salades etc. etc. voorgeschoteld. En weer ging alles op !!.
 

s-Avonds werd in de kelderbar ( waar me met een half oog een EK wedstrijd volgden), nog lang nagepraat onder het genot van een biertje en een glaasje Schnaps.
Aan het eind van de avond kwam Arnold met een laatste “briefing” : samengevat kwam het er op neer dat we volgend jaar naar Italië zouden gaan om daar de Stelvio te bedwingen !!!!!!.
En toen werd het toch even stil ……….
HAHA; Gaat dus bij nader inzicht NIET door.
Andere ideeën zijn van harte welkom.
En toen was het zondag. Nog even een goed ontbijt en vervolgens naar huis.
Er waren er die al om 12 uur in Linne waren. Jan P. en ik waren pas om half twee thuis ( giga verkeersopstopping in Köln )
 

Volgend jaar ga ik gewoon weer mee.
 

Jan Ververs.